Introductie:
Superhelden films: je haat ze, je houdt van ze, of je vraagt je af of we er ooit genoeg van zullen krijgen. Kraven the Hunter, Sony’s nieuwste telg in hun Spider-Man Universum, landt ergens in het midden. Het is geen meesterwerk, maar ook geen totale mislukking. Deze klauwen hebben potentie, maar weten niet altijd grip te krijgen. Panda Bytes heeft zich door de jungle van dit avontuur geworsteld en kwam eruit met een verrassend evenwichtige mening.
Het verhaal: van Safari naar Superheld
Sergei Kravinoff, beter bekend als Kraven (gespeeld door een charismatische Aaron Taylor-Johnson), groeit op in de schaduw van zijn machtsbeluste vader Nikolai (Russell Crowe, met een accent dat je of geweldig of hilarisch vindt). Tijdens een safari verandert een leeuwaanval zijn leven voorgoed. Dankzij een mysterieuze interventie krijgt Sergei krachten waarmee hij niet alleen een ijzersterke jager wordt, maar ook letterlijk communiceert met dieren.
Dit klinkt als een origineel uitgangspunt binnen het superheldengenre – en dat is het ook. Het eerste deel van de film weet oprecht te boeien. De visuals zijn sfeervol en Chandor bouwt een solide fundering voor Kraven’s verhaal. Maar terwijl het tempo toeneemt, begint het script hier en daar te struikelen. Sommige personages – zoals Calypso (Ariana DeBose) en Kraven’s broer Dmitri – krijgen nét niet genoeg screentime om echt impact te maken. Toch houdt de film je aandacht vast, mede dankzij de duistere ondertoon en de vleugjes tragiek in Sergei’s achtergrond.
Actie: Bloederig, brutaal, en best vermakelijk
Als je Kraven the Hunter één ding moet nageven, is het dat de actie oprecht intens is. De gevechten zijn gewelddadig, rauw en pakken goed uit – mits je niet vies bent van wat rondvliegend bloed. Kraven gebruikt zijn dierlijke krachten met flair, van sluipende wolvenstrategieën tot brute kracht die doet denken aan een beer op jacht. Hoewel de choreografie niet altijd origineel is, zorgen de energie en het visuele spektakel ervoor dat je als kijker meegesleept wordt.
Toegegeven, het is geen Avengers-niveau actie. Maar het heeft wel iets eigens: het voelt grimmiger en minder gepolijst, wat goed past bij Kraven’s karakter.
Waar blinkt de film in uit?
Wat deze film echt werkt geeft, is Aaron Taylor-Johnson. Hij brengt de juiste mix van woede, tragiek en charisma om Sergei Kravinoff geloofwaardig en menselijk te maken. Zijn band met dieren – hoe absurd dat concept ook klinkt – wordt op een verrassend intieme manier neergezet. En ja, Russell Crowe steelt de show in zijn scènes, al lijkt hij vooral lol te hebben in zijn over-the-top rol als Kraven’s ijskoude vader.
De visuele stijl verdient ook een shout-out. De film heeft een donker, bijna gotisch kleurenpalet dat het verhaal een unieke sfeer geeft. Het is een wereld die voelt alsof er echt iets op het spel staat, een fijne afwisseling van de vaak steriele superheldenfilms die we gewend zijn.
Niet perfect, maar geen misser
Kraven the Hunter is verre van een perfecte film, maar weet genoeg goed te doen om een plek in je watchlist te verdienen. Het verhaal had wat strakker gekund, de bijrollen beter uitgewerkt, en de derde act is net iets te chaotisch. Maar ondanks zijn gebreken is dit een boeiende poging om een antiheld een plek in de spotlight te geven.
Is het een must-see? Als je fan bent van donkere superheldenverhalen en je het niet erg vindt dat de film hier en daar ongeslepen aanvoelt, dan absoluut. Kraven the Hunter is een ruwe diamant: niet helemaal gepolijst, maar met genoeg glans om je aandacht te trekken.
Conclusie: Kraven mag blijven
Kraven the Hunter is niet de film die het superheldengenre opnieuw uitvindt, maar het is ook geen mislukking. Met een sterke hoofdrol, brute actie en een fascinerend uitgangspunt, biedt het genoeg entertainment voor een avondje bioscoop. Ja, de klauwen hadden scherper gekund, maar er zit zeker potentie in deze jager.