Review: Stealing Pulp Fiction – Tarantino’s Erfgoed Gejat Met Humor, Hart en Haperingen

Een luchtige heist-komedie met liefde voor cinema en een cast vol chemie

Regisseur Danny Turkiewicz levert met Stealing Pulp Fiction een debuutfilm af die zich evenveel presenteert als hommage aan Tarantino als parodie op de filmindustrie zelf. Het resultaat is een rommelige, maar charmante heist-komedie die het vooral moet hebben van zijn energieke cast, visuele flair en cinefiele knipogen. Maar is dat genoeg om echt te overtuigen?

Tarantino als vertrekpunt: cinefiele komedie met een absurd plan

In de wereld van filmfanaten zijn er vele manieren om je liefde voor cinema te uiten. Danny Turkiewicz koos voor de meest directe route: een film maken over mensen die Pulp Fiction letterlijk willen stelen. Twee jeugdvrienden – Jonathan (Jon Rudnitsky) en Steve (Karan Soni) – verzinnen een plan om Quentin Tarantino’s persoonlijke 35mm-kopie van zijn klassieker te stelen uit diens bioscoop in Los Angeles.

Wat begint als een uit de hand gelopen kroegidee groeit uit tot een volle heist-missie met een onwaarschijnlijk team: de droge en analytische Elizabeth (Cazzie David) sluit zich aan, net als de volslagen chaotische therapeut Dr. Mendelbaum (Jason Alexander), die verrassend genoeg het brein achter de operatie blijkt te zijn.

Het klinkt als een scenario dat zo uit een late-night brainstormsessie komt – en dat is precies wat het is. De film is opgeknipt in vijf hoofdstukken, die elk een andere fase van het plan en de groepsdynamiek blootleggen. Een format dat Tarantino zelf niet zou misstaan, maar de uitvoering is wisselvallig.

Een scenario vol knipogen en cinefiele zelfspot

Wie Tarantino’s werk kent, zal zich moeiteloos herkennen in de vele verwijzingen. Het scenario zit propvol verwijzingen naar scènes, muziek, dialogen en zelfs de montage-stijl van zijn oeuvre. Soms gebeurt dat subtiel, zoals een kamer belicht in het geel van Kill Bill, soms regelrecht overduidelijk, met karakters die letterlijk hun plan vergelijken met Reservoir Dogs.

Het scenario maakt slim gebruik van deze referenties, zonder zich er volledig achter te verschuilen. De dialogen zijn levendig, met scherpe one-liners en veel ruimte voor improvisatie. Er hangt een gevoel van vrijheid in de scènes – alsof de cast soms gewoon hun gang mocht gaan, en de camera toevallig meeliep. Dat pakt vaak goed uit, vooral wanneer Rudnitsky en Soni samen in beeld zijn. Hun chemie is het kloppende hart van de film.

Toch is het scenario niet zonder gebreken. Wanneer het moment suprême aanbreekt – de daadwerkelijke diefstal – zakt de spanning volledig weg. De heist, waar de film ruim een uur naartoe werkt, mist urgentie, creativiteit en vaart. De anticlimax voelt als een bewuste keuze, maar ook als een gemiste kans.

Cast vol contrasten: Jason Alexander steelt de show

Waar het scenario wisselvallig is, blijft de cast constant sterk. Rudnitsky speelt de eeuwige optimist met een idealistische blik op film, terwijl Soni zijn cynische, neurotische tegenpool vormt. Hun samenspel is overtuigend, vol onderhuidse spanning en komische timing.

Cazzie David brengt met haar ingetogen sarcasme rust in het verhaal. Haar karakter Elizabeth fungeert als het morele geweten van de groep, zonder ooit vervelend belerend te worden. Ze heeft misschien minder schermtijd, maar benut elk moment.

De grote verrassing is echter Jason Alexander. Zijn Dr. Mendelbaum is een komisch meesterwerk: een man op het randje van een zenuwinzinking, maar met meer controle dan je denkt. Zijn mix van overacting en oprechte warmte geeft de film net dat extra zetje richting cultkomedie.

Visuele stijl: retro zonder kitsch

Cinematograaf Joshua Allen geeft Stealing Pulp Fiction een uitgesproken stijl. De film is visueel geïnspireerd door de Amerikaanse jaren 70-cinema, met veel primaire kleuren, warme tinten en een korrelig beeld. Denk aan het werk van Gordon Willis of Robert Richardson, maar dan door een indie-filter gehaald.

De beeldtaal past perfect bij het onderwerp. De shots ademen filmgeschiedenis, zonder dat het een gimmick wordt. Zelfs simpele scènes – een gesprek in een auto, een wandeling door een achteraf steegje – krijgen door het kleurgebruik en de belichting een extra laagje nostalgie mee. Het is duidelijk: deze makers houden van film, en willen dat laten zien.

Structuur en tempo: sterk begin, zwakke finish

De opdeling in vijf hoofdstukken is een interessante keuze. Het helpt om de karakters uit te diepen en het verhaal luchtig te houden. Elk hoofdstuk heeft een eigen ritme, een eigen toon en een eigen focus. Daardoor voelt de film aanvankelijk dynamisch en fris.

Maar naarmate het verhaal vordert, merk je dat de film moeite heeft om zijn belofte in te lossen. De opbouw werkt prima, maar het gebrek aan echte spanning of een verrassende wending zorgt ervoor dat het verhaal doodbloedt. De heist zelf is rommelig en mist impact, terwijl de epiloog geen echte conclusie biedt.

De film eindigt eerder met een zucht dan met een knal. En hoewel dat past bij de ironische toon van het geheel, blijft het jammer. De personages verdienen een betere payoff dan wat ze uiteindelijk krijgen.

Analyse: een geslaagde ode met rafelranden

Op thematisch vlak snijdt de film interessante onderwerpen aan: de obsessie met film, het najagen van onmogelijke dromen, en de grens tussen hommage en toe-eigening. Stealing Pulp Fiction stelt de vraag: hoe ver mag je gaan in je liefde voor kunst? Mag je letterlijk stelen wat je bewondert, als het uit passie gebeurt?

Het is een interessante gedachte, die helaas maar oppervlakkig wordt onderzocht. De film kiest voor de makkelijke lach, waar hij ook had kunnen kiezen voor diepgang. Toch is het verfrissend dat er überhaupt films worden gemaakt die zich durven afvragen wat liefde voor film vandaag de dag nog betekent.

Conclusie: charmant, onevenwichtig, maar het kijken waard

Stealing Pulp Fiction is geen perfecte film. De structuur werkt niet altijd, de climax stelt teleur en de boodschap blijft aan de oppervlakte. Maar dankzij een sterk ensemble, scherpe humor en een oprechte liefde voor cinema blijft het geheel overeind.

Voor liefhebbers van Tarantino, offbeat humor en eigenzinnige indiefilms is dit een aanrader. Verwacht geen meesterwerk, maar een amusante ode aan filmcultuur, verteld met een knipoog en een hart op de juiste plaats.

Bij Panda Bytes geloven we dat films zoals deze – met al hun gebreken – waardevol zijn omdat ze passie uitstralen. En soms is dat alles wat je nodig hebt om anderhalf uur met plezier door te brengen.

Sterktepunten:

  • Uitstekende chemie tussen hoofdrolspelers
  • Jason Alexander in topvorm
  • Origineel concept met cinefiele knipogen
  • Visueel sterk en stijlvol

Zwakke punten:

  • Heist-scène mist spanning
  • Einde voelt afgeraffeld
  • Structuur werkt niet volledig

Wat vond jij van deze film? Denk je dat Stealing Pulp Fiction een geslaagde ode is, of juist een iets te flauwe parodie? Laat je mening horen in de reacties of op onze sociale media.

Blijf op de hoogte van alles wat film ademt – van de diepste indiekrochten tot de grootste blockbusters – via Panda Bytes.

Share this post :

Facebook
Twitter
LinkedIn
Pinterest

Online Partner Voor Onlineaanwezigheid

JOUW ONLINE PRESENCE KAN (NOG) BETER. WETEN HOE?
Laatste Nieuws
Categorie

Abonneer op onze nieuwsbrief

Word lid van onze Panda Bytes-nieuwsbrief en ontvang het laatste film- en tech-nieuws rechtstreeks in je inbox! Mis niets, meld je nu aan!
Scroll to Top

what you need to know

in your inbox every morning