Of hoe een pacifist de hel overleefde met niets dan overtuiging en een EHBO-koffertje.
Er zijn films die je niet zomaar kijkt, maar beleeft. Die je niet alleen vermaken, maar je op een existentiële kruistocht sturen — compleet met bloed, modder, morele dilemma’s en Andrew Garfield in een charmante jaren-40-coupe. Hacksaw Ridge is zo’n film. Geen simpele ‘oorlog + bommen = actie’ formule, maar een verhaal dat dieper graaft dan de loopgraven zelf.
Bij Panda Bytes herbekeken we dit meesterwerk met frisse blik en een tikje nostalgie, en kwamen we tot een conclusie: sommige verhalen zijn het waard om opnieuw verteld te worden. Niet omdat ze vergeten zijn, maar omdat ze ons herinneren aan iets wat we te vaak over het hoofd zien — menselijkheid in de meest onmenselijke omstandigheden.
Wie was Desmond Doss?
Je zou Desmond Doss in een hedendaagse film verwachten als excentrieke bijrol: een soldaat die weigert een wapen vast te houden? Kom op. Toch is het verhaal van Doss honderd procent waargebeurd. Als overtuigd zevendedagsadventist wilde hij zijn land dienen, maar weigerde hij ook maar één kogel af te vuren. In plaats daarvan werd hij hospik — en redde hij in 1945 tijdens de Slag om Okinawa 75 levens, zonder ook maar één schot te lossen.
In tijden van ‘oog om oog’ koos Doss voor ‘pleister op pleister’. En dat verdient alle lof — en een film.
Andrew Garfield: Spider-Who?
Wie ooit Garfield heeft weggewuifd als “die tweede Spider-Man” zal zich na Hacksaw Ridge achter de oren krabben. Zijn vertolking van Doss is ontwapenend eerlijk. Geen macho-held met kin als een baksteen, maar een gevoelige jongen met een onverzettelijk geloof en een stem die vaker vraagt dan beveelt.
Zijn innerlijke strijd — tussen loyaliteit aan zijn geloof en de druk van het leger — wordt door Garfield gebracht met zoveel nuance, dat je soms vergeet dat er überhaupt camera’s aan te pas kwamen. Alsof hij Desmond Doss wás.
Regisseur Mel Gibson: de comeback der come-backs
Mel Gibson was lange tijd persona non grata in Hollywood. Maar met Hacksaw Ridgeleverde hij een film af die bewijst dat zijn regietalent onverminderd is. Hij weet precies wanneer hij gas moet geven (de slagvelden, my god) en wanneer hij moet vertragen (de familiebanden, de twijfels, de stiltes).
Zijn stijl is rauw, bij vlagen overdonderend, maar altijd doeltreffend. Net als bij Bravehearten The Passion of the Christ voel je dat hij iets wil zeggen, en niet zomaar een blockbuster in elkaar heeft gezet.
Slagveld als hel op aarde
Laat je niet misleiden door de poëtische moraal van het verhaal — de gevechtsscènes zijn gruwelijk realistisch. Vliegende ledematen, gescheurde uniformen, modder die zich vermengt met bloed. Het is allesbehalve glamoureus, en juist daardoor zó confronterend.
De veldslag op Hacksaw Ridge zelf (een klif in Okinawa die zijn naam dankt aan zijn steile, zaagtand-achtige vorm) wordt in de film neergezet als pure horror. Maar dan wel een horrorfilm waarin een man zonder wapen, in het midden van de chaos, keer op keer het slagveld opgaat om levens te redden.
Wat deze film écht uniek maakt
Er zijn honderden, misschien wel duizenden oorlogsfilms. Maar Hacksaw Ridgeonderscheidt zich omdat het geweld niet verheerlijkt wordt. De ware held is hier niet degene die het meest doodt, maar degene die weigert te doden. Dat is, zeker in Hollywood, een zeldzaam standpunt.
Het religieuze aspect speelt zeker mee — Doss’ overtuiging is diep verankerd in zijn geloof. Maar de film dwingt je niet tot geloven. Wat telt, is zijn menselijkheid. Zijn compassie. Zijn keuze om te helpen waar anderen vernietigen.
En dat maakt deze film, zelfs bij een herziening, urgent en relevant. Zeker in een wereld waarin we elkaar online al de oorlog verklaren om een verkeerd geplaatste emoji.


Cinematografie, muziek en sfeer: klassewerk
Simon Duggan’s camerawerk vangt het contrast tussen rust en oorlog feilloos. We zien het zachte licht op een grasveld in Virginia, afgewisseld met het rokerige grijs van de Japanse kliffen. De kleuren zijn warm en koud tegelijk, net als het verhaal zelf.
De score van Rupert Gregson-Williams is subtiel maar krachtig. Geen opgeblazen violen of dramatische crescendo’s, maar melodieën die meedeinen op Doss’ innerlijke strijd.
Wat vonden wij bij Panda Bytes?
We zijn misschien een tikje bevooroordeeld — we houden nu eenmaal van verhalen die écht iets te zeggen hebben. Maar zelfs met een kritische blik moeten we zeggen: deze film is indrukwekkend. Hij weet te raken zonder sentimenteel te worden. Hij durft stiltes te laten vallen waar anderen decibellen stapelen.
Ja, er zijn scènes die net iets te heroïsch aanvoelen. En ja, de moraal ligt er soms dik bovenop. Maar zelfs de cynischste kijker zal moeite hebben om niet geraakt te worden door Doss’ onwaarschijnlijke daden.
Cijfers, feiten en nuchterheid
- Regie: Mel Gibson
- Hoofdrol: Andrew Garfield
- Duur: 139 minuten
- Gebaseerd op: het waargebeurde verhaal van Desmond T. Doss
- Awards: 2 Oscars (Beste geluid en Beste montage)
- Rotten Tomatoes: 84% (Critici) / 91% (Publiek)
Het Panda Bytes Eindoordeel
Cijfer: 9/10
Pluspunten:
- Meeslepende vertolking door Andrew Garfield
- Visueel en emotioneel indrukwekkend
- Unieke invalshoek in het oorlogsfilmgenre
Minpunten:
- Af en toe wat Amerikaans-patriottisch aangedikt
- Bijpersonages zijn soms te eendimensionaal
Laatste gedachten: voor wie is deze film?
Voor iedereen die denkt dat helden alleen bestaan in superheldencapes. Voor iedereen die twijfelt aan de kracht van principes. En voor iedereen die zich afvraagt wat je als individu kunt doen in een wereld vol geweld.
En vooral voor jou, beste lezer van Panda Bytes. Jij weet dat verhalen ertoe doen. Dat ze ons iets leren. Iets voelen. Iets herinneren.
Praat mee!
Wat vond jij van Hacksaw Ridge toen je ‘m zag?
Denk jij dat geweldloosheid ook vandaag nog stand kan houden in een gewelddadige wereld?
Laat je mening achter in de reacties en blijf vooral herbekijken wat de moeite waard is. Want films als deze verdienen een tweede blik — en soms zelfs een derde.