Dinofans, hou je vast: de Jurassic-franchise is terug – en hoe!
Na jaren van dinosaurus moeheid, CGI-overload en plotwendingen waar zelfs een Velociraptor zijn kop niet meer bij kon houden, komt Universal met een reboot die daadwerkelijk voelt als een frisse start. Jurassic World: Rebirth, onder regie van Gareth Edwards en met een glansrol voor Scarlett Johansson, blaast de serie nieuw leven in met een film die avontuurlijk, spannend én verrassend stijlvol is.
Bij Panda Bytes zijn we normaal gesproken kritisch op blockbusters die vooral op nostalgie teren. Maar dit keer zijn we fan – van de film, van de aanpak, en vooral van Scarlett. Deze Jurassic is een spektakel waar wij ons volledig in konden verliezen.
Een nieuwe wereld, een oude dreiging
We spoelen even terug: Jurassic World: Dominion (2022) was een rommelig afscheid van een trilogie die meer beloofde dan ze leverde. Rebirth keert dat volledig om. In plaats van nóg een rondje dino’s-in-de-buitenwereld, keert de franchise terug naar wat het echt spannend maakt: een afgelegen eiland, een team met een missie, en dodelijke natuur die zich niet laat beheersen.
Het verhaal is simpel maar effectief: Zora Bennett (Scarlett Johansson in topvorm) leidt een groep huurlingen, wetenschappers en avonturiers naar een tropisch eiland waar dinosauriërs zijn verbannen na de ineenstorting van de vorige parken. Big Pharma ruikt geld in dino-DNA, en wil het gebruiken om medische doorbraken te forceren. Maar zoals altijd geldt: met dino’s win je nooit op de lange termijn.
Scarlett draagt de film als Zora Bennett
Laten we eerlijk zijn: Rebirth werkt vooral dankzij Scarlett Johansson. Haar rol als Zora Bennett – een strategische, stoere, maar ook emotioneel genuanceerde huurling – tilt de film naar een hoger niveau. In tegenstelling tot de vaak kartonnen helden van vorige Jurassic-films, voelt Zora als een echt mens.
Johansson is geloofwaardig als leider, vechter en overlever. Ze brengt charisma, humor en gewicht naar elke scène. Of ze nu in de jungle een groep bij elkaar houdt, of geconfronteerd wordt met morele dilemma’s over wetenschap en exploitatie – ze is de ruggengraat van de film.
Haar performance doet denken aan Sigourney Weaver in Aliens: vrouwelijk, krachtig, en compleet in controle.
B-film charme met A-film budget
Gareth Edwards (bekend van Godzilla en Rogue One) bewijst zich hier als meester van schaal en sfeer. Waar de vorige films grossierden in digitale ruis, kiest Edwards voor overzichtelijke actie en klassieke suspense. Hij weet wanneer hij het gevaar moet tonen, en wanneer hij het beter kan suggereren.
Dat zie je bijvoorbeeld in een ijzingwekkende scène waarin het team op een verlaten strand kampeert, met alleen een kampvuurtje als lichtbron. In de verte klinkt een diep gegrom, bladeren ritselen – en ineens schiet een schaduw langs. Je hart zit in je keel, en de dinosaurus is nog niet eens in beeld geweest. Dát is filmmaken.
De film is geschoten op 35mm, wat zorgt voor een warme, filmische look. De jungle voelt benauwd echt aan, het zweet glimt op voorhoofden, en het bloed spat met overtuiging. Je voelt de fysieke wereld weer, iets wat we lang gemist hebben in deze digitale tijden.
Sterke bijrollen met échte chemie
Hoewel Johansson de show steelt, krijgt ze uitstekende tegenspelers. Mahershala Ali is zichtbaar in zijn element als Duncan Kincaid, een kapitein met een stoer hart en een zachte ziel. Zijn scenes met Johansson vonken van natuurlijke chemie.
Jonathan Bailey (bekend van Bridgerton) speelt de timide paleontoloog Dr. Henry Loomis, en brengt humor en verwondering naar de wetenschappelijke kant van het verhaal. En ook Rupert Friend overtuigt als de gladde farmabons Martin Krebs – een schurk die je heerlijk mag haten.
Deze cast voelt als een echte groep, geen los zand bij elkaar geschreven door een studio-AI. De dialogen zijn scherp, de dynamiek geloofwaardig.
Plot: Rechttoe, rechtaan maar slim verpakt
De structuur van de film is klassiek avontuurlijk. Denk aan King Kong, The Lost World of zelfs The Mummy. Een missie die uit de hand loopt, mensen met tegenstrijdige motieven, en een natuur die niet te temmen valt. Maar het tempo zit goed, en het script van David Koepp, de oorspronkelijke schrijver van Jurassic Park weet wanneer het moet vertragen voor karakterontwikkeling.
Natuurlijk zijn er clichés: de dappere dochter die haar vader wil bewijzen, de onverwachte twist waarbij de dino’s niet het grootste gevaar blijken te zijn… Maar het werkt. Omdat de film er met volle overtuiging voor gaat.
Thematiek: De morele vraag achter het spektakel
Wat Rebirth sterker maakt dan veel voorgangers, is de onderliggende boodschap. Deze keer draait het niet alleen om “kunnen we dinosaurussen maken?”, maar ook: wat doen we ermee als we ze eenmaal hebben?
Het farmaceutisch motief om dino’s te gebruiken voor genezing is slim: het maakt de vraag complexer. Zijn we als mensheid bereid om gevaarlijke wetenschap toe te passen als het levens redt? Johansson’s Zora worstelt zichtbaar met die vraag en dat geeft het verhaal extra lagen.
Voor wie is deze film bedoeld?
- Fans van de originele Jurassic Park: Ja, je gaat hier blij van worden.
- Liefhebbers van actie met hart: Zeker weten.
- Iedereen die Scarlett Johansson adoreert: Ga. Nu.
- Kinderen die van dinosaurussen houden: Dit is je nieuwe lievelingsfilm.
Rebirth weet zijn publiek perfect te bedienen zonder zich dommer voor te doen dan het is. Het is avontuurlijk, soms griezelig, vaak grappig en visueel indrukwekkend.
Conclusie: Rebirth is de Jurassic-film waar we al jaren op wachten
Met Jurassic World: Rebirth bewijst Universal dat er leven zit in deze oude franchise mits je het lef hebt om terug te keren naar de basis. Geen overvolle lore, geen flauwe callbacks, maar een klassiek verhaal met moderne flair.
Scarlett Johansson is fenomenaal, Gareth Edwards levert een regieprestatie van formaat, en de dino’s? Die zijn net zo indrukwekkend als in 1993.
Bij Panda Bytes geven we deze film een dikke 8,5/10. En als het aan ons ligt, mag Zora Bennett in nog twee vervolgen terugkomen samen met haar baby-dino.