Inleiding: De legende met het duivelse glimlachje
Jack Nicholson. Alleen zijn naam al roept beelden op van scheve grijnzen, opgetrokken wenkbrauwen en onvoorspelbare monologen die balanceren tussen genialiteit en waanzin. Hij is een van de weinige acteurs die met zijn uitstraling alleen al een scène kan domineren zonder een woord te zeggen. Zijn carrière beslaat meer dan zes decennia, met rollen die hem tot icoon maakten en anderen die ons deden afvragen: Was dit echt nodig, Jack?
Bij Panda Bytes duiken we met liefde en scherpzinnigheid in filmgeschiedenissen, ook wanneer die met pieken en dalen zijn bezaaid. Nicholson is misschien wel het beste voorbeeld van een acteur die zowel briljant als onbegrijpelijk kan zijn. In dit artikel nemen we je mee langs twee meesterwerken waarin hij filmgeschiedenis schreef, en twee teleurstellingen waarin zijn sterkracht niet genoeg bleek om het schip te keren.
Twee knallers
Knalfilm 1: One Flew Over the Cuckoo’s Nest (1975)
Regie: Miloš Forman
Genre: Psychologisch drama
Rol: Randle Patrick McMurphy
Er zijn films die je één keer ziet en nooit meer vergeet. One Flew Over the Cuckoo’s Nest is zo’n film. Gebaseerd op de roman van Ken Kesey vertelt deze klassieker het verhaal van McMurphy, een kleine crimineel die denkt een verblijf in een psychiatrische instelling te verkiezen boven gevangenisstraf. Wat volgt, is een confrontatie met de onmenselijke kant van de zorg, bureaucratie en macht.
Jack Nicholson is McMurphy. Zijn performance is rebels, menselijk, grappig en tragisch tegelijk. Hij brengt een personage tot leven dat zowel op de lachspieren werkt als aan het hart trekt. Hij verandert van een manipulatieve charmeur in een martelaar van vrijheid en verzet. Nicholson balanceert meesterlijk tussen de anarchistische energie van het personage en diens groeiende empathie voor zijn medepatiënten.
De chemie tussen Nicholson en Louise Fletcher (als de kille zuster Ratched) is van het niveau “filmgeschiedenisboek”. Hun confrontaties zijn geladen met spanning en onderhuidse strijd. Cuckoo’s Nest won maar liefst vijf grote Oscars: Beste Film, Beste Regie, Beste Acteur, Beste Actrice en Beste Scenario. Dat was sinds It Happened One Night (1934) niet meer gebeurd en daarna nog maar zelden.
Het is Nicholson op zijn best. Gedurfd, menselijk, onnavolgbaar.

Knalfilm 2: The Shining (1980)
Regie: Stanley Kubrick
Genre: Psychologische horror
Rol: Jack Torrance
“Here’s Johnny!” De woorden die Jack Nicholson onsterfelijk maakten in het horrorgenre en eigenlijk in de hele popcultuur. The Shining, gebaseerd op Stephen Kings gelijknamige roman, is misschien wel de meest iconische horrorfilm aller tijden. En Nicholson is er de ronddwalende, langzaam ontsporende ziel die het labyrint van angst belichaamt.
Nicholson speelt Jack Torrance, een schrijver die met zijn gezin intrekt in een afgelegen hotel waar hij als conciërge werkt tijdens het winterseizoen. Wat begint als een poging tot rust en schrijven, verandert in een gruwelijke afdaling in waanzin. Geesten, isolatie, frustratie en alcoholisme mengen zich tot een psychose die met de minuut voelbaarder wordt.
Wat Nicholson zo briljant maakt in deze rol, is zijn intensiteit. Zijn gezicht spreekt boekdelen, zijn ogen lijken letterlijk gek te worden. Kubrick’s trage camerawerk en claustrofobische beeldvoering geven Nicholson de ruimte om te spelen met angst en macht. Zijn personage is niet zomaar een maniak hij is een man die zijn grip op de realiteit langzaam verliest, en dat maakt het des te angstaanjagender.
Hoewel de film bij de release gemengde reacties kreeg en zelfs genomineerd werd voor een Razzie, groeide hij uit tot een cultklassieker. Vandaag wordt The Shining beschouwd als een cinematografisch meesterwerk en een hoogtepunt in Nicholsons carrière. Zijn performance is nog steeds onderwerp van studie in filmacademies wereldwijd.

Twee Floppers
Flop 1: Man Trouble (1992)
Regie: Bob Rafelson
Genre: Romantische komedie
Rol: Harry Bliss
De jaren negentig begonnen voor Nicholson niet bepaald met vuurwerk. Man Trouble is het soort film dat zelfs trouwe fans snel vergeten. En dat is begrijpelijk. Wat bedoeld was als een luchtige romantische komedie met pit en charme, wordt een onsamenhangende warboel van clichés, onrealistische personages en halfbakken grappen.
Nicholson speelt Harry Bliss, een hondentrainer met een crimineel verleden die betrokken raakt bij een vrouw (Ellen Barkin) die achtervolgd wordt door een stalker. De premisse klinkt als een eigentijdse screwball comedy, maar het script is een chaotisch samenraapsel van onhandige romantiek en onlogische plotwendingen. Geen enkel moment voelt geloofwaardig. Er is geen chemie tussen de hoofdrolspelers en Nicholson lijkt ongemakkelijk in zijn rol.
Wat vooral pijn doet, is dat Man Trouble werd geregisseerd door Bob Rafelson dezelfde regisseur met wie Nicholson samenwerkte aan het briljante Five Easy Pieces (1970). De verwachtingen waren dus hooggespannen. Het resultaat was een flinterdunne, slordige film die meer leunt op de reputatie van zijn ster dan op eigen inhoud.
De film flopte zowel financieel als kritisch. Nicholson lijkt in Man Trouble een parodie van zichzelf te spelen zonder de ironie of charme die hem normaal gesproken onschadelijk maakt. Dit was geen “Jack being Jack”, dit was Jack zonder kompas.

Flop 2: The Fortune (1975)
Regie: Mike Nichols
Genre: Komedie
Rol: Oscar Sullivan
Wat gebeurt er als je een topregisseur (Mike Nichols), twee superacteurs (Warren Beatty en Jack Nicholson) en een jaren twintig-setting samenbrengt in een komedie over bedrog en hebzucht? In theorie: magie. In de praktijk: The Fortune.
Nicholson speelt Oscar, een onhandige oplichter die samen met Beatty’s personage probeert te trouwen met een rijke erfgename (Stockard Channing) om haar fortuin te bemachtigen. Het klinkt als een farce met potentie, maar de uitvoering laat te wensen over. De toon is ongemakkelijk, de humor gedateerd en de timing mist scherpte.
De grootste teleurstelling zit hem in het talent dat werd verspild. Mike Nichols is verantwoordelijk voor films als The Graduate en Who’s Afraid of Virginia Woolf?, maar lijkt in The Fortune de controle kwijt. De acteurs spelen karikaturen zonder echte motivatie of ontwikkeling. De film voelt aan als een uitgerekte sketch met een te dunne grap als basis.
Nicholson doet zijn best, maar zelfs zijn charisma kan de vaart niet terugbrengen. Zijn timing is solide, maar de materiaalkeuze lijkt vooral ingegeven door een experiment dat nooit tot bloei kwam.
The Fortune werd slecht ontvangen en is grotendeels vergeten in retrospectives van zowel Beatty als Nicholson. Een valse noot in een periode waarin beide acteurs op het hoogtepunt van hun roem zaten.

Een acteur met een uitgesproken handtekening
Wat alle vier deze films zowel de knallers als de floppers duidelijk maken, is dat Jack Nicholson een acteur is met een uitgesproken stijl. Hij is geen kameleon, zoals Daniel Day-Lewis, maar eerder een krachtveld. Als je hem inhuurt, weet je wat je krijgt: bravoure, expressie, charisma en een zweem van anarchie.
In films als One Flew Over the Cuckoo’s Nest en The Shining past die stijl naadloos bij het verhaal. Zijn overdaad is precies wat het personage nodig heeft. Maar in films als Man Trouble en The Fortune wringt het. Daar lijkt hij gevangen in een script dat zijn unieke energie niet begrijpt of niet weet te benutten.
Nicholson is geen subtiele acteur in de klassieke zin. Hij is een performer die leeft van overdrijving, van het verkennen van de randjes van waanzin en briljantie. Zijn kracht ligt in zijn overgave. Maar zonder goed materiaal en regie, wordt die overgave al snel vermoeiend of zelfs potsierlijk.
Wat leren we van de floppers?
Het is makkelijk om de flops van een grote acteur weg te wuiven, maar juist die misstappen maken iemand menselijk. Ze laten zien dat keuzes soms mislukken, dat zelfs de grootste sterren niet altijd raak schieten. Voor Nicholson zijn Man Trouble en The Fortune herinneringen aan het feit dat zelfs de allergrootsten zich soms laten verleiden tot projecten die op papier goed lijken, maar in uitvoering tegenvallen.
Toch is het bewonderenswaardig dat Nicholson altijd risico’s bleef nemen. Hij koos niet altijd voor veilig, niet voor voorspelbaar. En soms, zoals bij The Shining, leverde dat pure magie op. Andere keren, zoals bij The Fortune, liep het spaak. Maar dat is het lot van elke kunstenaar die durft.
Conclusie: Jack blijft Jack goed of slecht
Jack Nicholson is een monument in de filmwereld. Hij heeft ons personages gegeven die we nooit zullen vergeten en momenten gecreëerd die in het filmcollectief geheugen zijn gegrift. Maar zelfs legendes maken fouten. Wat zijn floppers ons leren, is dat zijn grootste kracht zijn uitgesproken karakter en overweldigende présence een zegen is in de juiste handen en een vloek in de verkeerde.
Zijn knallers tonen zijn kunnen, zijn floppers zijn een waarschuwing voor wat er gebeurt als de context niet klopt. Maar in beide gevallen blijft hij fascinerend. En dat is misschien wel de definitie van een échte ster.
Wat is jouw favoriete Jack Nicholson-film? Ben je het eens met deze selectie of heb je andere titels in gedachten? Laat het weten in de reacties hieronder.
Bij Panda Bytes gaan we graag in gesprek met onze community over film, kwaliteit en alles daartussen.