Introductie:
We nemen je mee langs Split en Atonement als absolute hoogtepunten, en zetten daar Victor Frankenstein en Dark Phoenix tegenover als projecten die vooral laten zien dat zelfs de beste spelers soms in een wankel team belanden.
Waarom James McAvoy zo’n fascinerende carrière heeft
McAvoy begon ooit als dat energieke, gevoelige gezicht in Britse drama’s, maar groeide uit tot een kameleon die moeiteloos schakelt tussen romantiek, horror, actie en psychologisch vuurwerk. Hij heeft iets wat veel acteurs missen: een soort innerlijke motor die altijd draait. Je voelt dat hij keuzes maakt in elk moment. Zelfs als een film middelmatig is, kijk je toch naar hem.
Maar net daar zit ook de valkuil. Iemand met zo’n intensiteit is afhankelijk van regie, script en toon. Geef hem een sterke visie en hij wordt een wervelwind. Gooi hem in een rommelig project met teveel chefs in de keuken, en je krijgt een film die klinkt als een band zonder drummer. Goed bedoelde herrie, maar je voelt geen ritme.
Dus ja, alles staat of valt met context. Laten we kijken hoe dat precies uitpakt bij onze vier cases.
Twee Knallers
Knaller 1: Split McAvoy als éénmansorkest
Als je ooit wilde zien hoe een acteur een hele film in z’n eentje kan dragen, dan is Split je lesmateriaal. M. Night Shyamalan gaf McAvoy hier een rol die eigenlijk niet eens één rol is, maar een hele rits personages in één lichaam. Kevin Wendell Crumb heeft 23 persoonlijkheden, en McAvoy speelt ze niet als trucje, maar als echte mensen met eigen angsten, maniertjes, stemgeluid en lichaamstaal.
Wat Split zo’n knaller maakt, is dat de film een perfect huwelijk is tussen concept en uitvoering. De spanning werkt omdat je telkens opnieuw moet schakelen. Wie zit er achter het stuur? Een onschuldige jongen? Een strenge “moederfiguur”? Een gevaarlijke, zelfbenoemde beschermer? McAvoy laat je dat niet raden via opvallende make-up of goedkope verschillen. Hij doet het met micromomenten. Een blik die net te lang blijft hangen. Een schouder die plots anders hangt. Een stem die van zacht naar ijzig glijdt alsof je met een radio zapt.
En dan heb je nog “The Beast”, de 24ste persoonlijkheid die zich langzaam opbouwt als een mythische dreiging. Hier gaat Shyamalan vol voor pulpy symboliek, maar McAvoy maakt het geloofwaardig door de fysieke transformatie te spelen alsof het een religieuze ervaring is. Zijn lichaamstaal verandert, zijn ogen zitten anders in z’n hoofd, en ineens geloof je dat dit niet gewoon een man is, maar een entiteit die zichzelf als evolutie ziet.
De film is spannend, strak en slim opgebouwd, maar zonder McAvoy zou het half zo indrukwekkend zijn. Hij maakt het hele idee tastbaar. Daardoor voelt Split niet als een gimmickthriller, maar als een psychologisch gevecht in real time.
Waarom dit een knaller is:
Acteerprestatie van buitencategorie, zonder circusgevoel.
Strakke regie die ruimte laat voor spel.
Thriller die je niet alleen bang maakt, maar ook nieuwsgierig en ongemakkelijk.
McAvoy bewijst hier dat hij niet “goed in een film” is, hij is de film.
Knaller 2: Atonement liefdesverdriet met klasse
Na de mentale achtbaan van Split voelt Atonement bijna als het andere uiterste. Geen horror, geen super powers, geen grote plot twists. Alleen liefde, misverstand en de vernietigende kracht van een kleine leugen.
McAvoy speelt Robbie Turner, een slimme jongen uit een lagere klasse die verliefd is op Cecilia Tallis, gespeeld door Keira Knightley. Hun romance begint met spanning, miscommunicatie en die typische Britse onderhuidse emotie waarin niemand hardop zegt wat hij voelt, maar je het in elke ademhaling merkt.
Wat McAvoy hier zo sterk maakt, is z’n kwetsbaarheid zonder zwakte. Robbie is niet een zielige underdog, maar ook geen klassieke romantische held. Hij is een man die diep voelt, maar beschaving gewend is. Dat levert een intensiteit op die niet schreeuwt, maar smeult. Je ziet liefde als iets dat hem groter maakt, en tegelijk zijn ondergang in gang zet.
De film draait op tragiek. Briony, het jonge zusje, interpreteert een situatie verkeerd en veroorzaakt een kettingreactie die Robbie’s leven kapot maakt. McAvoy laat die overgang van hoop naar wanhoop pijnlijk subtiel verlopen. Hij speelt niet “dramatisch”. Hij speelt iemand die probeert niet te breken, terwijl alles om hem heen breekt.
En dan komt die oorlog. De beroemde lange tracking shot op het strand van Duinkerken is legendarisch, maar wat minder mensen benoemen, is hoe McAvoy daar de emotionele motor is. Niet met grote speeches, maar door te lopen als iemand wiens hart al te lang zonder antwoord klopt. Zijn blik is moe, maar niet leeg. Dat is acteren met weinige middelen, maar een groot effect.
Waarom dit een knaller is:
Een van de meest volwassen rollen uit zijn carrière.
Chemie met Knightley is top, zonder kitsch.
Tragedie die echt voelt omdat McAvoy het menselijk houdt.
Een film waarin hij niet overschaduwt, maar precies opgaat in het verhaal.
Twee Floppers
Flopper 1: Victor Frankenstein veel lawaai, weinig ziel
Oké, laten we even eerlijk zijn. Victor Frankenstein wilde een frisse, punky hervertelling zijn van het klassieke verhaal. Meer actie, meer tempo, meer spektakel. En op papier klinkt dat niet eens gek. Je zet James McAvoy als Victor neer, geef Daniel Radcliffe een “Igor met karakter”, en klaar is Kees. Toch? Nou… bijna.
Het probleem van deze film is dat hij niet weet welke film hij wil zijn. Is het een gothic horror? Een buddy movie? Een bombastisch avontuur à la Sherlock Holmes? Hij doet een beetje van alles, maar nergens voelt het echt.
McAvoy speelt Victor als een soort hyperintelligente adrenalinejunkie. Hij is charmant, maniakaal, gedreven tot op het ongezonde af. Dat is op zich een leuke insteek. Alleen staat die energie in een film die constant van toon wisselt. De ene scène gaat voor serieus moreel drama over wetenschap en grenzen, de volgende voor slapstick en snelle montage alsof we in een moderne kaskraker zitten. Daardoor kan McAvoy’s intensiteit nergens landen.
Het script mist ook finesse. We krijgen veel uitleg, veel “grote momenten”, maar weinig echte innerlijke ontwikkeling. Victor behoort een man te zijn die langzaam over de grens gaat, gedreven door arrogantie en liefde voor kennis. Hier wordt hij vanaf minuut één al als een soort rockster van de wetenschap neergezet. Dan is er geen tragische glijbaan meer, alleen een rechte weg met veel special effects.
En ja, de actie is there, maar het voelt nooit spannend. Je kijkt naar decorstukjes die door elkaar vliegen, maar je voelt de inzet niet. Daardoor krijg je een film die energie heeft, maar geen hartslag.
Waarom dit een flopper is:
Tonale chaos, van drama naar popcorn in één adem.
Script dat Victor plat maakt tot een karikatuur.
Spektakel zonder emotioneel gewicht.
McAvoy is goed, maar kan de film niet bij elkaar lijmen.
Flopper 2: Dark Phoenix de beste leraar in de slechtste klas
We gaan het beest in de kamer niet ontwijken. Dark Phoenix is een rommelige afsluiter van het Fox X Men tijdperk. Het verhaal heeft potentie: Jean Grey krijgt kosmische krachten, verliest controle, en de X Men moeten kiezen tussen redden en stoppen. Dat is tragiek en spektakel in één. Alleen: de film stapelt clichés, drama zonder opbouw en vreemde plot keuzes op elkaar. En zelfs iemand als McAvoy kan daar niet doorheen acteren.
Als Professor X is McAvoy eigenlijk altijd een troef. Hij speelt Charles Xavier met warmte, idealisme en een lichte arrogantie die je begrijpt. In Dark Phoenix probeert hij dat nog steeds. Je ziet momenten waarin hij een mentor wil zijn, maar ook bang is om zijn grip te verliezen. Alleen krijgt hij daar nauwelijks ruimte voor. De film gaat zó gehaast door z’n checkpoints dat personages meer pionnen dan mensen worden.
Wat ook wringt: Xavier wordt hier meer als plotdevice gebruikt dan als karakter. Hij moet bepaalde dingen zeggen of doen zodat de film verder kan. Niet omdat het logisch voelt voor Charles. En dan krijg je dat rare gevoel dat de acteur aan het rennen is, maar het script de schoenen heeft verwisseld.
McAvoy doet wat hij kan. Zijn scènes met Sophie Turner hebben af en toe echte emotie. Je ziet hem balanceren tussen hoop en frustratie. Maar je voelt ook dat de film geen duidelijke visie heeft. De antagonisten zijn vaag, de dreiging komt en gaat, en de climax voelt als een verplicht nummer.
Het grootste probleem is dat Dark Phoenix een verhaal vertelt dat bij uitstek vraagt om tijd, opbouw en tragische focus, maar de film wil sneller klaar zijn dan het publiek kan voelen. Daardoor blijft alles aan de oppervlakte. En als de kern niet klopt, kan zelfs de sterkste performance het schip niet recht houden.
Waarom dit een flopper is:
Overhaast script dat emotie niet laat rijpen.
Personages handelen voor de plot, niet vanuit karakter.
Vage tegenstanders en rommelige structuur.
McAvoy is solide, maar verdrinkt in de chaos.
Wat we hieruit leren over McAvoy
Als je deze vier films naast elkaar zet, zie je een duidelijke lijn. McAvoy is op z’n best wanneer een film:
hem een helder, sterk geschreven personage geeft,
de toon consistent houdt,
ruimte biedt voor nuance.
In Split en Atonement zijn die drie dingen aanwezig. Daarom schiet hij daar door het dak. In Victor Frankenstein en Dark Phoenix ontbreken er minstens twee. Daarom blijft hij, hoe goed hij ook is, vastzitten in een film die zichzelf niet begrijpt.
Dat maakt McAvoy geen acteur met “geluk”. Het maakt hem een acteur met een hoge octaanmotor die een goede weg nodig heeft. Zet hem op een circuit en hij pakt pole position. Zet hem in de file en je hoort alleen veel gas.
Eindconclusie: twee knallers, twee floppers, één constante klasse
Wij kunnen moeilijk anders dan concluderen dat James McAvoy een van de meest consistente topacteurs van zijn generatie is, zelfs wanneer hij in minder sterke projecten belandt. Split laat zien hoe hij een moderne thriller naar een hoger plan tilt door pure transformatie en controle. Atonement bewijst dat hij ook in subtiele drama’s een emotionele sloopkogel kan zijn. Dat zijn films die blijven hangen omdat hij je erdoorheen laat ademen.
Aan de andere kant tonen Victor Frankenstein en Dark Phoenix aan dat talent geen wondermiddel is. Als de film geen ruggengraat heeft, kan zelfs McAvoy niet alles dragen. Hij blijft kijken waard, maar hij kan niet toveren met een script dat al uit elkaar valt.
En eerlijk, dat is ook ergens mooi. Het maakt zijn knallers nog indrukwekkender. Want als je weet dat hij niet altijd een meesterwerk krijgt, dan voel je pas hoe zeldzaam het is wanneer alles wél klopt. Dan krijg je een film waar je jaren later nog over praat. Precies zoals Split en Atonement dat doen.
Dus ja, twee knallers, twee floppers. Maar één ding staat vast: als James McAvoy op je castlijst staat, heb




