Waarom Abduction met Taylor Lautner herbekijken nu ineens wél een goed idee is.

Introductie:

Er zijn films waarvan je weet dat ze gemaakt zijn om te schitteren – en dan zijn er films zoals Abduction. Een titel die klinkt als een intergalactische thriller, maar uiteindelijk meer weg heeft van een puberale identiteitscrisis met spierballen en achtervolgingen. Toch vonden we bij Panda Bytes dat het tijd was om deze film, meer dan tien jaar na release, nog eens onder de loep te nemen. Niet om hem met de grond gelijk te maken (hoewel de verleiding groot is), maar omdat sommige films pas echt beginnen te leven in de herinnering – of beter nog: in de herbekijking.

Dus trek je hoodie aan, zet je beste Twilight-smoulder op en reis met ons terug naar 2011, het jaar waarin Taylor Lautner zijn eerste (en voorlopig laatste) hoofdrol kreeg die níét draaide om weerwolfdrama’s.

De plot (of het gebrek daaraan)

Nathan (Lautner) is een typische Amerikaanse tiener: knap, sportief, een tikkeltje rebels, en… opgegroeid met ouders die duidelijk iets te veel op hun woorden letten. Wanneer hij een oude vermissing’s website bekijkt (zoals elke tiener dat doet in zijn vrije tijd?), ontdekt hij een kind dat verdacht veel op hem lijkt. Wat volgt is een rollercoaster aan achtervolgingen, vuistgevechten en identiteitsverwarring die alleen geloofwaardig zou zijn als Jason Bourne een tienerbroertje had met een TikTok-account.

De film balanceert ergens tussen The Bourne Identity, Eagle Eye en een aflevering van Riverdale waarin de plot na tien minuten zoek is geraakt. Regisseur John Singleton – ooit geroemd voor het krachtige Boyz n the Hood – lijkt hier vooral op de automatische piloot te vliegen.

Maar laten we eerlijk zijn: Abduction is niet gemaakt om Oscar beelden in de wacht te slepen. Het is popcorn cinema met een flinke dot testosteron en een jonge ster in de hoofdrol die klaar stond om de wereld te veroveren.

Taylor Lautner: de actieheld die er (net) niet kwam

Je kunt niet over Abduction praten zonder het over Taylor Lautner te hebben. Vers van zijn succes in de Twilight-reeks, waar hij miljoenen harten sneller deed slaan (en shirts systematisch uittrok), werd hij naar voren geschoven als de nieuwe actieheld. Denk: een jongere, gladgeschoren versie van Matt Damon, maar met meer buikspieren dan dialoog.

En eerlijk? Lautner doet zijn best. Hij springt, hij rent, hij vecht allemaal met een serieuze blik die ergens tussen “ik zoek mijn biologische ouders” en “ik ben mijn protein shake vergeten” in zweeft. Het probleem is alleen dat de film hem geen ruimte geeft om écht te groeien als personage. Zijn Nathan blijft oppervlakkig, een soort wandelende afvink lijst van tienerhelden: rebels, stoer, gevoelig (want: dode vaderfiguren), maar zelden geloofwaardig.

En toch… ergens heeft het iets charmants. Iets aandoenlijks. Een soort filmische tijdcapsule waarin je voelt: dit was het moment waarop Lautner’s carrière óf de stratosfeer in zou schieten, óf stilletjes zou vervagen in de schaduw van zijn harige Twilight-verleden. Spoiler: het werd dat laatste.

De bijrollen doen hun best (en dat is genoeg)

Rondom Lautner paradeert een verrassend indrukwekkende cast. Maria Bello en Jason Isaacs spelen zijn “ouders” – tussen aanhalingstekens, want tja, dat is nu net de clou van het verhaal – en Sigourney Weaver duikt op als mysterieuze beschermengel in doktersjas. Ze brengen allemaal een beetje gewicht in de schaal, maar krijgen weinig te doen behalve uitleg geven of dramatisch kijken terwijl de plot zich met 100 km/u richting voorspelbare climax beweegt.

Weaver doet wat ze kan met haar mysterieus-personage-met-verborgen-agenda, maar laten we eerlijk zijn: ze staat vooral in dienst van het verhaal, niet van haar eigen kunnen. Dat doet een beetje pijn, want wie Alien heeft gezien, weet waartoe ze écht in staat is.

De actie: snel, luid en… ongeïnspireerd

Wat betreft actie doet Abduction zijn best om mee te dingen met de groten, maar komt het meestal niet verder dan middelmaat. De achtervolgingen voelen generiek, de gevechten missen impact en de montage is zo flitsend dat je af en toe denkt dat je in een epileptische droom bent beland.

Toch valt er iets te zeggen voor de energie van de film. Hij raast voorbij als een opgevoerde scooter zonder helm: gevaarlijk, weinig controle, maar best leuk zolang je er niet te veel bij nadenkt.

Waarom herbekijken dan?

Een terechte vraag. Waarom zou je een film herbekijken die bij release vooral werd neergesabeld door critici (Rotten Tomatoes-score van 5% – au!) en vergeten werd door het publiek?

Omdat Abduction een film is die, ondanks al zijn fouten, een bepaalde charme heeft. Niet de bedoeling-chique charme van een Drive of de melancholie van een Lost in Translation, maar de campy charme van iets dat zó hard probeert serieus te zijn, dat het onbedoeld grappig wordt.

Je merkt het aan de dialogen (“I’m not running from you. I’m running to the truth!”) of de ongelooflijke scènes waarin een tiener z’n leven binnen vijf minuten compleet in elkaar ziet storten én tegelijk een CIA-complot moet ontrafelen. Het is een soort modern sprookje – eentje met een sixpack en een sidekick die te veel op een love interest lijkt.

Wat zegt dit over ons?

Misschien herbekijken we dit soort films niet om ze plots goed te vinden, maar om te lachen om onze verwachtingen van toen. Abduction is het filmische equivalent van je oude MSN-chatgeschiedenis teruglezen: je krimpt ineen, maar glimlacht toch.

Het herinnert ons eraan hoe snel trends veranderen. Hoe Hollywood in 2011 dacht: “Laten we een jonge acteur nemen die net uit een vampierenfranchise komt, een actiethriller rond hem bouwen en kijken wat er gebeurt.” En wat er gebeurde, was Abduction.

Maar er is ook iets moois aan de vergankelijkheid van filmambitie. Deze film wilde iets betekenen. Voor Lautner, voor regisseur Singleton, voor de tienermarkt die hunkerde naar meer dan bovennatuurlijke romances. En hoewel het resultaat niet revolutionair was, blijft het een snapshot van een specifieke tijd – en dat maakt het waardevol.

Onze conclusie: niet goed, wel fascinerend

Nee, Abduction is geen goede film in klassieke zin. Het script rammelt, de acteerprestaties zijn wisselend en de actie is dertien in een dozijn. Maar het is wél een fascinerende kijkervaring. Een film die je met vrienden moet kijken, liefst met een drankje erbij, om samen te lachen, te zuchten en te filosoferen over het Hollywood van toen.

Bij Panda Bytes houden we ervan om dit soort vergeten pareltjes op te duikelen. Niet om ze belachelijk te maken, maar om te vieren wat ze wél zijn: ambitieuze, over-the-top, bijna-parodieën op het genre dat ze proberen te dienen.

Dus: geef Abduction nog een kans. Zet je verwachtingen op nul, omarm de overdaad en laat je meevoeren door een film die misschien niet weet wat hij wil zijn, maar daar met volle overtuiging voor gaat.

Of je nu terugkeert uit nostalgie, nieuwsgierigheid of pure masochistische filmhonger – Abduction is het soort cinema dat zijn charme niet ontleent aan perfectie, maar aan de puinhoop ervan. En soms, heel soms, is dat precies wat je nodig hebt.

Bij Panda Bytes zeggen we dan ook: niet iedere film hoeft een meesterwerk te zijn. Sommige zijn gewoon ideaal voor een avondje verstand op nul – en daar is helemaal niks mis mee.

Share this post :

Facebook
Twitter
LinkedIn
Pinterest

Online Partner Voor Onlineaanwezigheid

JOUW ONLINE PRESENCE KAN (NOG) BETER. WETEN HOE?
Laatste Nieuws
Categorie

Abonneer op onze nieuwsbrief

Word lid van onze Panda Bytes-nieuwsbrief en ontvang het laatste film- en tech-nieuws rechtstreeks in je inbox! Mis niets, meld je nu aan!
Scroll to Top

what you need to know

in your inbox every morning